Iedereen is het er wel over eens dat we ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ niet op die afstand moeten laten staan, maar de mogelijkheid moeten bieden om in werk en organisaties mee te doen. Dat we als bedrijven een verantwoordelijkheid hebben om mensen niet aan de zijlijn te laten staan, maar iedereen de kans te geven mee te doen, op welke wijze dan ook en met respect voor ieders talenten en kwaliteiten. Daar is niemand het mee oneens.

Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want alleen intenties en goede bedoelingen zijn niet genoeg. Er liggen namelijk veel zichtbare, maar ook verborgen drempels op de weg naar een inclusieve organisatie. Soms letterlijke drempels (kan een medewerker in een rolstoel je bedrijfslocatie fatsoenlijk binnenkomen?). Maar ook hardnekkiger drempels, bijvoorbeeld in de cultuur van een team (hoe past iemand van een ander gender of culturele achtergrond in een bestaand hecht team?).

Er is veel nodig om deze drempels te slechten: de top van het bedrijf dat de waarde van een inclusieve organisatie uitstraalt, teamleiders die geholpen worden een inclusievere cultuur te bouwen met hun team, managers die (ook financieel) de mogelijkheid krijgen ‘minder productieve’ nieuwe medewerkers te laten ontwikkelen en groeien. En bovenal collega’s onderling die ruimte en waardering geven voor verschillen.

Ik zie veel goede voorbeelden en initiatieven bij de leden van de WENB. Onze bedrijven staan midden in de maatschappij met hun rol in de vitale infrastructuur van Nederland. Zij vullen het maatschappelijke verantwoord ondernemen, met oog voor inclusie ook ruimschoots in: zoals de statushouders die opgeleid worden tot monteur bij de netwerkbedrijven, de voorheen WSW-collega’s bij de milieustraat of de groenvoorziening en succesvolle jobcarving bij een telecombedrijf waarbij takenpakketten zo worden samengesteld dat het prima past bij medewerkers met speciale kwaliteiten en talenten. Zo maar wat recente voorbeelden.

Ook voor ons als werkgeversvereniging zie ik hierin een rol. Als kennisknooppunt willen wij de goede voorbeelden van onze leden een podium geven zodat anderen hierdoor geïnspireerd worden en er van kunnen leren. Daarom is ons jaarthema inclusie. Zo zijn we tijdens onze verenigingsdag afgelopen juni ambassadeur bij De Normaalste Zaak geworden, een netwerk van bedrijven in Nederland die een inclusieve samenleving nastreven en organiseren we voor onze leden inspiratiesessies, maar ook praktische workshops over bijvoorbeeld inclusieve communicatie en open hiring.

Er is nog veel te doen. Ik denk dat een belangrijke sleutel voor inclusievere organisaties bij de werving ligt: niet meer per se zoeken naar het schaap met de vijf poten (bestond die eigenlijk ooit?) of een nieuwe collega die ‘past in het team’ (waarmee misschien bedoeld wordt dat hij hetzelfde is als de teamleden?). Nee, laten we op zoek gaan naar nieuwe collega’s die niet in het team passen. En laat de structurele krapte op de arbeidsmarkt ons hierin nu mooi kunnen helpen.

Reinier Rutjens is directeur van WENB, de werkgeversvereniging voor bedrijven in energie, telecom, recycling en milieu

 

Hoe beschikbaar is de arbeidsmarkt? Zijn er genoeg passende kandidaten voor de open vacatures? Zijn genoeg werkgevers bereid om kansen te bieden aan groepen, die eerder aan de kant bleven staan? En welke rol speelt bij de krapte? Dat zijn de vragen van de Maand van de 1000 Voorbeelden. In deze serie columns en interviews vragen we arbeidsmarktexperts om antwoorden.

#1000voorbeelden

  • Volg alle ontwikkelingen van de Maand van de 1000 Voorbeelden in het liveblog
  • Zie onze agenda met een overzicht van alle evenementen tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden.
  • Meer informatie en hulpmiddelen zijn te vinden in de Toolkit
  • Luister naar de #1000voorbeelden podcast