Het is de laatste dag van de Maand van de 1000 voorbeelden. Wat mij betreft had het trouwens beter de ‘Maand van 60.000 voorbeelden’ kunnen heten. Want het bedrijfsleven voldeed in 2021 voor al weer het 7e jaar op rij aan de doelstellingen uit de Banenafspraak en inmiddels zijn er al meer dan 62.000 extra banen bijgekomen sinds 2012.

Door de coronacrisis had ik afgelopen jaren een vertraging verwacht in het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dat aan de slag kon. Maar niks van dit alles; bedrijven liggen gewoon nog steeds op schema om het afgesproken doel van de 100.000 banen te halen. Ook over 2022 verwachten we de doelen weer te halen dank zij al die werkgevers die dit elke dag mogelijk maken.

Maar gaat alles daarmee crescendo waar het gaat om het aan de slag helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt? Helaas niet, want nog steeds hebben werkgevers moeite om mensen uit de doelgroepen te vinden, doordat ze geen goed zicht hebben op de kaartenbakken met gegevens van mensen. En zoals we al in onze nieuwe koers schreven zitten we ondertussen ook niet stil.

We willen nog veel meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek bieden. Dat is immers win-win; voor de mensen waar het om gaat, maar ook voor de werkgevers die er niet alleen inclusiever door worden, maar ook zitten te springen om nieuwe mensen. We willen door van 100.000 in 2026 naar 200.000 in 2030. Maar dat moet we wel mogelijk maken en organiseren met elkaar want dat gaat helaas nog altijd niet vanzelf.

Daarvoor is bijvoorbeeld cruciaal dat we minder gaan redeneren vanuit allerlei doelgroepen en ‘kaartenbakken’, maar echt vanuit mensen zelf. Nu is het voor eventuele begeleiding en financiële ondersteuning namelijk cruciaal of je voldoet aan de specifieke voorwaarden uit de Banenafspraak. Terwijl er veel groepen zijn die wat betreft hulpvraag lijken op de bestaande doelgroep, maar daar nu vaak net buiten vallen.

Ook blijken gemeenten andere uitgangspunten en definities te hanteren. Ik hoor van talloze werkgevers voorbeelden van medewerkers die, als ze uit gemeente A komen wel en als ze uit gemeente B komen niet, kunnen rekenen op ondersteuning. Dit is op te lossen, maar dan moeten minder vanuit ‘systemen’ en ‘kaartenbakken’ gaan denken komende jaren en de mens weer centraler stellen. Neem de tienduizenden jongeren zonder opleiding, zonder werk en vaak zonder enig werkritme en perspectief en die momenteel buiten beeld blijven van instanties. Dat laten we ons toch niet gebeuren in deze tijd waarin er werk is voor iedereen?

In deze krappe arbeidsmarkt moeten we de ‘meewind’ die er is benutten om iedereen in het arbeidsproces te trekken. Bureaucratie moet daarbij worden uitgebannen. Dat vraagt meer maatwerk inderdaad. Goed is daarom ook dat het UWV bijvoorbeeld meer met maatwerk bezig is. Ook gemeenten zien dat het weer die kant op moet. Als we daar de schouders onder zetten met een goed programma moet het toch mogelijk worden om in 2030 de maand van de 200.000 voorbeelden te organiseren? Aan de slag wat mij betreft.

Ingrid Thijssen is voorzitter VNO-NCW, de grootste werkgeversorganisatie in Nederland.

Hoe beschikbaar is de arbeidsmarkt? Zijn er genoeg passende kandidaten voor de open vacatures? Zijn genoeg werkgevers bereid om kansen te bieden aan groepen, die eerder aan de kant bleven staan? En welke rol speelt bij de krapte? Dat zijn de vragen van de Maand van de 1000 Voorbeelden. In deze serie columns en interviews vragen we arbeidsmarktexperts om antwoorden.

#1000voorbeelden

  • Volg alle ontwikkelingen van de Maand van de 1000 Voorbeelden in het liveblog
  • Zie onze agenda met een overzicht van alle evenementen tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden.
  • Meer informatie en hulpmiddelen zijn te vinden in de Toolkit
  • Luister naar de #1000voorbeelden podcast