Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vindt het niet nodig om bij het Rijk meer in stelling te brengen om participatie van mensen met een beperking bij de totstandkoming van wetgeving en beleid te waarborgen.

Paul Blokhuis, staatssecretaris van VWS. C: Rijksoverheid

In de jaarlijkse monitor van het College voor de Rechten van de Mens over de uitvoering van het VN-verdrag handicap in Nederland wordt aanbevolen dat de overheid juridische- en beleidskaders en procedures instelt. Dit om de volledige en gelijkwaardige participatie van mensen met een beperking en hun organisaties bij de totstandkoming van wetgeving en beleid te garanderen. De aanbeveling is precies wat het VN-comité handicap voorstaat.

Staatssecretaris Blokhuis schrijft nu aan de Kamer dat mensen met een beperking en organisaties al steeds vaker betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid, producten en diensten. Toetsing van wetgevingstrajecten aan het VN-verdrag handicap is in principe gewaarborgd door de bestaande kaders en procedures, stelt hij.

Volgens Blokhuis zal de aanbeveling van het College voor de Rechten van de Mens in de praktijk geen toegevoegde waarde hebben. Hij ziet meer in verdere inzet op kennis en informatie, waardoor de uitvoering van participatie bij wetgeving en beleidsprocessen wordt verbeterd.

Structurele financiering

Het College roept de regering ook op om, in lijn met het algemeen commentaar van het VN-comité handicap over participatie, blijvend in te zetten op duurzame (structurele) en institutionele basisfinanciering. Dan is het (voort) bestaan van het brede palet van organisaties op dit vlak gewaarborgd.

Het ministerie van VWS werkt op dit moment aan een nieuw beleidskader voor de subsidiëring van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Maar het is aan een nieuw kabinet om hier definitief over te besluiten, schrijft Blokhuis. Overigens stopt een van de grootste programma’s, ‘Onbeperkt meedoen’, dat juist over de implementatie van het VN-verdrag gaat, eind dit jaar.

Blijvende inzet

‘Het belang van de betrokkenheid van de mensen waar het om gaat in alle onderdelen van de uitvoering van het VN-Verdrag, kan ik alleen maar onderschrijven. Aan het verbeteren van de randvoorwaarden voor participatie en de bewustwording daarvan werken we volop vanuit het programma Onbeperkt meedoen! Dit vraagt om blijvende aandacht en inzet, bericht de staatssecretaris in zijn jongste brief aan de Tweede Kamer.’

Tekst: Klaas Salverda