Op 17 juni kiest Nederland voor de eerste keer een Minister van Gehandicaptenzaken. De Minister van Gehandicaptenzaken is een initiatief van de Lucille Werner Foundation en KRO-NRCV. Tijdens een live televisie-uitzending (maandag 17 juni om 21.15 uur op NPO 1) wordt de winnaar verkozen. De komende dagen krijgen de zes finalisten op deze site de kans om zich te presenteren. Vandaag: Boaz Spermon.

Afgekeurd, ongeschikt en afgeschreven. Dat was wat ik te horen kreeg na een langdurig ziekteproces met tweemaal een gefaald re-integratieproces bij mijn oude werkgever.
Beperkt energetisch vermogen, beperkte fysieke belastbaarheid, beperkte handfunctie, urenbeperking etc etc. Hoe vaak kan je in een keuringsproces benadrukken dat je beperkt bent, dacht ik nog. Dit nog los van het feit gekeurd worden niet bepaald de meest prettige ervaring was na alles wat je in je ziekteproces hebt moeten doorstaan. Je wil namelijk gewoon meedoen, beoordeeld worden op wat je wel kan en niet zomaar naar de zijlijn geschoven onder de titel langdurig arbeidsongeschikt zonder zicht op herstel. Oftewel volledig afgekeurd en afgeschreven. Tenminste, zo zit ik in elkaar en met mij nog velen anderen.

Definitiekwestie

De wet poortwachter en het UWV keuringsproces laat veelvuldig diepe sporen na bij mensen, die vaak al op de proef zijn gesteld door hun aandoening (op welke manier deze ook is ontstaan). In deze column kan ik dan ook enkel uitweiden over mijn eigen ervaringen in dit proces. Ik weet namelijk niet uit eigen ervaring hoe het is om met een beperking geboren te worden en welke invloed dit op je heeft in je verdere leven. Ik weet echter wel hoe het is om een normaal leven te leiden en uit het niets ineens invalide te zijn (oftewel ongeschikt) in plaats van valide. Inmiddels ben ik overigens mindervalide, wat eigenlijk nog steeds betekent minder geschikt. Het blijft wat dat betreft ook een definitiekwestie en waar je jezelf mee associeert.

Natuurlijk moeten er regels zijn en moet misbruik van uitkeringen worden voorkomen. Maar dit hoeft niet te betekenen dat de menselijke maat hoeft te verdwijnen. Dit geldt niet alleen voor de publieke instanties. Dit geldt ook voor werkgevers, die geconfronteerd worden met een werknemer die andere mogelijkheden heeft gekregen door bijvoorbeeld een aandoening. Ik benadruk hierin andere mogelijkheden – vrij vertaald vanuit het Engels waarin gesproken wordt over Handi-abled in plaats van Handicapt oftewel andere mogelijkheden.

Wederzijds begrip

Om die andere mogelijkheden te ontdekken is wederzijds begrip nodig. Communiceren doe je namelijk met z’n tweeën. Mijn gefaalde re-integratietrajecten kan ik namelijk deels bij mijzelf neerleggen. Ik kon niet goed aangeven wat ik dan wel kon en was ook bang mijn werkgever teleur te stellen. Ik heb me heel lang groot proberen te houden en uit alle macht proberen te voorkomen om volledig afgekeurd te worden. Dan zou mijn carrière voorbij zijn. Daarnaast had ik nog stille hoop om meer valide te worden. Echter revalideren -oftewel weer valide worden – naast re-integreren op werk bleek voor mij veel te zwaar te zijn.

Anderzijds stuitte ik ook op veel weerstand, met name vanuit de afdeling personeelszaken. Zonder in detail te willen treden: ze hebben mij het gehele proces allesbehalve makkelijk gemaakt. Ik vraag mezelf nog steeds af of deze onwil om mijn re-integratie te laten slagen niet uit onkunde voortkwam. Onkunde om je te verplaatsen in een ander, begrip te tonen en te zoeken naar mogelijkheden wat dan wel kan.

Help ons jou te helpen

Hoe anders ging het bij mijn huidige werkgever, die ik overigens zonder tussenkomst van het UWV zelf had gevonden. Hier was een van de eerste vragen vanuit HR: “Hoe kunnen wij jou helpen om je werk zo goed mogelijk uit te voeren? Heb je speciale voorzieningen nodig, zoals een aangepaste bureaustoel of iets anders? Help ons om jou te helpen en dan gaan wij dat gewoon regelen.”

Een wereld ging er voor mij open dat het zo dus ook kon. Deze vragen zijn bij mijn oude werkgever nooit gesteld gedurende het gehele re-integratieproces. Enkel de minimale wettelijke vereisten (bijvoorbeeld het deskundigenoordeel, tweede spoor etc.) zijn gevolgd om een derde jaar loondoorbetaling te voorkomen. Ik wilde hier ook niet tegenin gaan omdat ik me al bezwaard voelde dat zij überhaupt met mij moesten dealen als ziekte werknemer. Achteraf begrijp ik pas dat ik hier wettelijk recht op had.

Nu zou je misschien denken dat ik met wrange gevoelens terugkijk op dit geheel, maar ik kijk liever vooruit. Ik wilde ook niet blijven op een plek waar ik niet welkom was. Gelukkig heb ik hiervan kunnen leren. Ik heb mezelf opnieuw uitgevonden en een werkgever gevonden die juist kijkt naar mijn mogelijkheden en trots is dat hij me kan plaatsen.

Een van de obstakels is dat mensen zich er niet van bewust zijn dat een handicap (al dan niet zichtbaar) eigenlijk heel normaal is. 2 miljoen Nederlanders hebben immers een beperking. De gemiddelde Nederlander schat dat er enkele duizenden of tienduizenden mensen met een beperking zijn. Je kan je dan afvragen hoe dit komt.

Contact

Het meest waarschijnlijk is dat de gemiddelde Nederlander ook niet wordt blootgesteld aan contact met mensen met een handicap; op bijvoorbeeld de werkvloer, onderwijsinstellingen of bijvoorbeeld in de openbare gebieden en openbaar vervoer.

Het punt is dat het bijna onmogelijk gemaakt wordt voor gehandicapten om deel te nemen aan de samenleving. Er zijn letterlijk te veel obstakels: zowel fysiek (zoals ontoegankelijk openbaar vervoer of openbare gebouwen) als op maatschappelijk niveau (toegang tot werk). De Nederlandse overheid zelf haalt haar eigen quota niet eens als het gaat om het aannemen van mensen met een (arbeids)beperking. Hoe kunnen we dan van het bedrijfsleven verwachten dat zij meer open gaan staan om mensen met een beperking aan te nemen terwijl onze overheid niet eens in staat is het goede voorbeeld te geven?

Alles behalve slachtoffers

Gehandicapten worden namelijk vaak gezien als slachtoffers. Dat we vooral medelijden met ze moeten hebben en dat ze niet arbeidsproductief (genoeg) kunnen zijn. Deze medemensen zijn echter allesbehalve slachtoffers. Het vergt uitzonderlijk veel incasseringsvermogen om te leven met een beperking. Zij zouden juist geprezen moeten worden en gezien moeten worden als inspiratiebron. Ik hoop dan ook dat ik middels het ministerschap kan bewerkstelligen dat gehandicapten trots mogen zijn op wie ze zijn en dat ze juist heel veel te bieden hebben. Ik hoop dat hun handicap dan juist in hun voordeel gaat werken en dat ze echt kunnen gaan deelnemen aan deze samenleving, maar dan moet deze wel toegankelijk en inclusief zijn.

Vervolgens hoop ik dat werkgevers de meerwaarde van deze mensen ook in gaan zien en juist trots zijn dat ze allerlei soorten mensen kunnen plaatsen in hun bedrijf (tevens vanuit een maatschappelijk oogpunt). Een stukje bewustwording kan daar enorm aan bijdragen zodat mensen niet meer vreemd opkijken als iemand in een rolstoel zit of een andere beperking heeft. Nee, ik hoop dat het op termijn juist heel normaal is om anders te mogen zijn. Ik hoop dat ook werkgevers gaan denken in mogelijkheden, hoe deze mensen met hun specifieke kwaliteiten het best in normale banen kunnen worden ingezet zodat mensen met een (arbeids)beperking makkelijker een eigen inkomen kunnen verwerven zonder (deels) afhankelijk te moeten zijn van een uitkering. Dit zou namelijk een enorme boost kunnen geven aan het gevoel van eigenwaarde en je zelfstandigheid kunnen bevorderen.

Arbeidsparticipatie speerpunt

Met de juiste aanpassingen is het dus wel degelijk mogelijk om een werknemer met een (nieuwe) beperking aan boord te houden of te nemen. Dit vergt wel een bepaalde vorm van flexibiliteit, wederzijds begrip en aanpassingsvermogen van beide kanten.

Arbeidsparticipatie zal voor mij dan ook een speerpunt zijn in mijn campagne voor Minister van Gehandicaptenzaken. Laten we er naar streven dat werkgevers juist de mogelijkheden van iemand met een handicap gaan inzien en dat het hebben van een handicap eigenlijk heel normaal is en soms zelfs een meerwaarde kan zijn.

.

Over Boaz:
Boaz Spermon (35 jaar) woont samen met zijn vriendin in Amsterdam. Hij is van origine stadsplanoloog met focus op ruimtelijke ontwikkeling en investments. Zes jaar geleden kreeg Boaz de diagnose MS. Sinds zijn gedeeltelijke herstel maakt Boaz zich sterk voor andere MS-patiënten via zijn eigen stichting en als bestuurslid van de MS Vereniging Nederland. Daarnaast is hij werkzaam bij het bedrijf myTomorrows om andere zieke mensen te helpen aan medische behandelingen, die nog in ontwikkeling zijn. Tevens zet hij zich in als ‘patient advocate’ als lobbyist, spreker, adviseur en inspirator.