Door inzet van social return zijn kortgeleden naar schatting voor 2603 fte aan banen gerealiseerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Dat getal wordt genoemd in een zojuist verschenen rapport van RIVM over het effect van maatschappelijk verantwoord inkopen door de Nederlandse overheid in 2019-2020. Onder ‘overheid’ verstaat het RIVM de rijksoverheid, provincies en gemeenten. De banen zijn voornamelijk gerealiseerd in aanbestedingen voor kantoorfaciliteiten, grond-, weg- en waterbouw (GWW) en transport.

Aandacht voor MVI
De Nederlandse overheid geeft elk jaar 85 miljard euro uit aan de inkoop van diensten, producten en werken. Het RIVM onderzocht in totaal 16 productgroepen waarbij maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) het meeste effect heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om ICT, energievoorziening of aanleg van wegen. Ook de inkoop van catering, schoonmaak, kantoormeubilair of transportdiensten is onderzocht. In 87% van de aanbestedingen was er aandacht voor MVI.

Het RIVM volgt sinds 2015 elke twee jaar het effect van MVI op milieu en klimaat en sociale ontwikkelingen. De besparing in 2019 en 2020 is groter dan in de jaren daarvoor. Zo zijn in 2019 en 2020 minder broeikasgassen uitgestoten en zijn er minder grondstoffen gebruikt. Meer nog dan in de vorige monitoringsperioden. Deze stijgende lijn maakt volgens het Rijksinstituut duidelijk dat MVI een geschikt instrument is waarmee de overheid duurzame inkoop kan stimuleren.

Social return
Het RIVM definieert social return als het creëren van werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals WW-ers of Wajongers, maar spreekt elders in het rapport ook over het aanbieden van stageplaatsen. Mensen uit de doelgroep van de Banenafspraak worden niet specifiek genoemd. Bij een van de ondervraagde aanbestedingen in de sector catering werd geëist en ook geleverd, dat mensen van het speciaal onderwijs binnen de eigen scholenstichting stage kunnen lopen bij de cateraar.

In 41% van de aanbestedingen werd op social return on investment (SROI) uitgevraagd. SROI kwam het meest voor bij aanbestedingen in de clusters GWW (65%) en kantoorfaciliteiten (45%). Ten opzichte van 2015-2016 was er een 12%-punt toename in aanbestedingen die inzetten op SROI en ten opzichte van 2017-2018 een geringere toename (6%-punt).

Effectschatting

Het RIVM geeft aan dat bij slechts 44% van de aanbestedingen uit de steekproeven uiteindelijk een effect kon worden berekend. Dat is minder dan de helft van het totale aantal aanbestedingen, terwijl in de documenten vaak wel een of meer eisen of criteria stonden waarvan wel effect werd verwacht (bij 87%), maar dit niet kon worden gekwantificeerd.

Hiervoor waren verschillende redenen. De eerste, belangrijkste, reden was het ontbreken van een beschikbare contractmanager of het gebrek aan tijd bij de contractmanager. Hierdoor kon er geen informatie worden verkregen op basis waarvan het RIVM een effectschatting kan maken. Een tweede belangrijke belemmering was het gebrek aan administratie van geleverde producten en materialen bij de aanbestedende dienst en leverancier. Dit probleem valt onder het verankeren of borgen van MVI in het contractbeheer. Gezien de resultaten heeft dat nog steeds aandacht nodig, signaleert het RIVM.

Papieren tijger
Uit een eerder rapport dat kortgeleden werd gemaakt in opdracht van het ministerie van BZK blijkt dat het Rijk zelf niet of nauwelijks toeziet op de naleving van contractuele afspraken rond social return. Zolang de opdrachtgever niet toeziet op naleving, zal de verplichting altijd een papieren tijger blijven, signaleert dit andere rapport na een rondgang onder vijftien topleveranciers.

Tekst: Klaas Salverda

Download het rapport via de website van RIVM