Project Description

Mensen de ruimte geven

KFC Restaurant Lelystad kreeg onlangs de Participatiepenning. Deze penning wordt door de stichting Flevoland Werkt! uitgereikt aan een onderneming die uitblinkt op het terrein van de Participatiewet. Bij het restaurant van franchisenemer Johan Tijink werken meerdere mensen met een arbeidsbeperking en een aantal statushouders.

Investeren in mensen

Bij een franchiserestaurant liggen veel dingen vast: het menu, de uitstraling en de landelijke marketing, bijvoorbeeld. Maar op het gebied van personeelsbeleid is Tijink volstrekt autonoom. En juist het personeel maakt volgens de ervaren horecaman altijd het verschil. “Ik heb het fastfoodvak geleerd bij McDonalds. Mijn baas toentertijd prentte me altijd in dat je iedereen wel kunt leren een hamburger te bakken, maar dat je daarmee nog geen goede restaurantmedewerkers hebt.” Daarom investeert Tijink veel tijd in het ontwikkelen van zijn mensen. “We kijken niet naar scholing of ervaring. Ik doe alle sollicitatiegesprekken samen met mijn bedrijfsleider en als een van ons beide twijfelt, dan doen we het niet. We letten vooral op de manier van communiceren. Maakt iemand oogcontact, durft iemand het ook te zeggen als ze het antwoord niet weet? Je weet heel snel wat voor vlees je in de kuip hebt.”

Meer meegeven

Wie, na een korte oriëntatie, bij Tijink aan de slag gaat, krijgt een jaarcontract inclusief proeftijd. Onder de 81 medewerkers van het KFC restaurant zijn ook veel jonge parttimers. Tijink wil ze meer meegeven dan alleen hoe het eten bereid moet worden of wat de juiste manier is om de gasten te verwelkomen. “We zijn een succesvol restaurant en dat komt door onze medewerkers. Die garanderen de kwaliteit van het eten en van de service. Dus bij ons leren ze te werken volgens vaststaande regels en standaarden. Maar horecawerk is teamwerk, dus ze leren ook communiceren, respect voor elkaar te hebben en verschillen te accepteren. En onze werkwijze slaat aan, want we hebben een absurd laag ziekteverzuim en verloop.”

Talent vinden en ontwikkelen

De 81 medewerkers van KFC zijn niet allemaal jongeren. Tijink kiest er ook bewust voor om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven. “Ik geloof dat iedereen het recht heeft zijn zichtbare of onzichtbare talenten te ontwikkelen. Het is de opgave van mij, en mijn managers, om die talenten te vinden en te stimuleren.”

Via het werkbedrijf en vanuit de bijstand kwamen er medewerkers bij KFC die een arbeidsbeperking hebben. Tijink houdt niet van dat begrip, want stempeltjes leiden er volgens hem alleen maar toe dat mensen buiten de boot vallen. “We hebben een medewerkster met één been die zich heeft opgewerkt tot shiftleader. Ze kan het, ze wil het graag en wij bieden haar de mogelijkheid. Net zo makkelijk. Bij een andere medewerkster die via het werkbedrijf bij ons is gekomen, duurde het even voor we een geschikte rol hadden gevonden. We hebben haar gewoon van alles laten proberen en uiteindelijk komt het dan goed. Mensen moeten ook zelf ontdekken waar ze goed in zijn. Geef ze daar een beetje de ruimte voor.”

Statushouders

Statushouders, vluchtelingen met verblijfsvergunning dus, zijn een groep die Tijink ook zeer aan het hart gaat. Via via hoorde hij dat het zo moeilijk was om werk te vinden voor een aantal Eritriërs die in Lelystad woonden. “Ik heb me meteen aangemeld. Natuurlijk, dat kon ik doen omdat ik het werk kon bieden, maar kom op: het gaat erom om die ook een kans te geven. En trouwens, wij in het vergrijzende Nederland hebben ze gewoon keihard nodig de komende jaren.” Inmiddels werken er zes statushouders voor KFC Lelystad, twee als kok en vier in een andere rol in de keuken.

Het duurde overigens maanden voor de kandidaten, die stonden te trappelen, en KFC, dat behoefte had aan de versterking, aan elkaar gekoppeld konden worden. “Ik snap nog steeds niet waarom. Dat was allemaal bureaucratie. Het is jammer dat het zo gaat, want elke dat die jongens niet kunnen werken is een verloren dag. Gewoon aan het werk gaan is nog altijd de beste manier om snel te integreren. Dat is bij ons goed gelukt. Wij bieden een veilige omgeving en je ziet dat mensen daar snel kunnen groeien. Het zou een droom zijn als een van deze jongens zich opwerkt tot leidinggevende. Dan zouden we pas echt aan iedereen laten zien hoeveel kwaliteiten mensen hebben, ook als ze tot een groep behoren die voornamelijk negatief in het nieuws komt.”