Als het gaat over inclusie in Nederland gaat de discussie de afgelopen tijd vooral over het kabinetsvoorstel een loondispentatiesysteem in te voeren. De staatssecretaris werkt op dit moment haar voorstellen uit. De komende weken peilt ‘Op naar de 100.000 banen’ de verschillende meningen via een serie columns rond de vraag: waar moet een nieuw systeem aan voldoen om de doelstellingen uit de banenafspraak te halen en Nederland inclusiever te maken?

 


Loonkostensubsidie of loondispensatie? Het debat rond inclusief werkgeven is verzand in een systeemdiscussie. We moeten terug naar de kern: meer volwaardige banen voor mensen met een beperking, met zo min mogelijk bureaucratie. Zowel met subsidie als dispensatie is dat haalbaar, betoogt Teun Verheij, directeur van Albron en voorzitter van Locus Netwerk.

Stel, je bent een werkgever met meerdere vestigingen in Nederland. Je wil zorgen voor volwaardig werk voor mensen met een beperking. Dan moet je al snel schakelen met verschillende gemeenten en uitvoeringsorganisaties door het land. Dat ondervind ik aan den lijve als algemeen directeur van Albron. Vrijwel alle gemeenten hebben het anders georganiseerd. Dat maakt het moeilijk voor werkgevers, vooral als zij locaties hebben op meerdere plekken.

De administratieve lasten voor werkgevers in het huidige systeem van loonkostensubsidie zijn een drama, zoveel is duidelijk. Het is dan ook goed dat het kabinet dit wil veranderen. Loondispensatie zoals voorgesteld door het kabinet brengt ons echter nog verder van huis. We kunnen het probleem niet over de schutting gooien bij mensen met een beperking. We moeten daar als samenleving een balans in vinden.

Ik zeg weleens: er is een oliemannetje nodig. Als voorzitter van Locus, een netwerk van grote werkgevers, gemeenten en SW-bedrijven, weet ik dat dat werkt. Locus wijst publieke en private partijen de weg bij inclusief werkgeven. Samen inclusief is het motto. Zo heeft Albron, ondersteund door Locus, banen georganiseerd voor mensen met een beperking die waarde toevoegen. Dat werkt goed, zowel emotioneel als inhoudelijk, voor alle partijen. De business case klopt. De aanpak hebben we uitgebreid naar andere locaties van Albron, mede dankzij ons oliemannetje.

Zo’n oliemannetje is er niet als het gaat om de discussie rond loonkostensubsidie en loondispensatie. En dat is jammer. Daarom pleitte ik tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer 18 april jl. ervoor om terug te gaan naar het doel: volwaardige banen voor de mensen met een beperking. Banen die we als samenleving zo laagdrempelig mogelijk organiseren. Niet ten koste, maar met elkaar.

Terug naar de discussie. Subsidie of dispensatie gaat over een systeem. Elke systeem heeft voor- en nadelen, het ideale systeem bestaat niet. Ik kijk daarom graag pragmatisch naar de opties.

Blijft het loonkostensubsidie? 

Dan vind ik de voorstellen van Cedris een enorme stap in de goede richting. Zoals één loonwaardemethodiek per werkgever, drie subsidieregimes (30%, 60% en 80%) en de afhandeling van betaling op arbeidsmarktniveau zijn goede verbeteringen. Op deze voorstellen heb ik één belangrijke aanvulling: werkgevers die in meer dan zeven arbeidsmarktregio’s actief zijn, kunnen de loonkostensubsidie landelijk afhandelen. Facilitaire bedrijven en bedrijven in de retail zijn hier enorm mee geholpen.

Blijft het loondispensatie?

Dan is het van belang dat mensen die werken naar vermogen niet onder de partner- en vermogenstoets van de bijstand vallen. Zij hebben net als ieder ander een individueel recht op een minimum inkomen. De administratieve lasten mogen noch bij de werkgever noch bij de werknemer terecht komen. Onder de naam Surplus loopt er op dit moment in een aantal gemeenten een experiment om in geval van deeltijd en flexwerk de werkgever toestemming te geven het salaris aan de gemeente te storten. De gemeente verrekent en betaalt op een vast moment in de maand een vast bedrag uit aan de werknemer.

De administratieve lasten liggen dan noch bij de werkgever noch bij de werknemer, maar bij de gemeenten. Dat zijn sterke schouders die dit soort lasten horen te dragen. Wellicht kan ook de afdracht van pensioen op deze manier door gemeenten gebeuren. Mooi voorbeeld van ontzorgen van werkgever en werknemer met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. En een mooi voorbeeld van publiek en private verantwoordelijkheid!

Volwaardige plek op de arbeidsmarkt

Hoe dan ook, het belangrijkste voor mensen met een beperking is een volwaardige plek op de arbeidsmarkt. En dat betekent veel meer dan de wijze waarop het inkomen betaald wordt. Het vraagt van werkgevers dat zij passend werk van waarde bieden in het functiegebouw (en dat is al een uitdaging op zich!). Het vraagt van werkgevers dat zij investeren in de ontwikkeling van werknemers met een beperking (ook dat is nog niet reguliere praktijk).

Niet in de laatste plaats: het vraagt om een individueel inkomen op het niveau van het minimumloon en het opbouwen van een pensioen als je werkt. En dat alles met zo min mogelijk bureaucratie voor werkgevers en werknemers. Met beide, loonkostensubsidie of loondispensatie, kan dat bereikt worden.

 

Teun Verheij
Voorzitter Locus (een netwerk van grote werkgevers, gemeenten en sw-bedrijven)
Directeur caterAlbron