De ratificatie van een facultatief protocol bij het VN-Verdrag Handicap is na zes jaar nog niet rond.

Het VN-verdrag versterkt de positie van mensen met een beperking. Het bepaalt onder andere dat zij recht hebben om zelfstandig te wonen, naar school te gaan, het openbaar vervoer te gebruiken of aan het werk te zijn. Net als ieder ander.

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft het VN-verdrag handicap in 2007 ondertekend en in 2016 geratificeerd voor Europees Nederland. Maar het Facultatief Protocol ligt er nog steeds zonder handtekeningen en ratificatie. Op basis van dit protocol kan het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap, na uitputting van de nationale rechtsmiddelen, klachten behandelen van personen of groepen personen die menen slachtoffer te zijn van een schending van het verdrag door een staat.

Minister Conny Helder van VWS (Langdurige zorg) wacht op de Raad van State die als adviseur van de regering voorlichting zou verzorgen over de financiële en juridische implicaties. Die zou er in maart liggen maar is met onbekende termijn vertraagd. De Tweede Kamer beschikt intussen over een hele reeks brieven over de ratificatie.

Plannen en werkelijkheid
Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks) vroeg zich in een overleg met de minister over gehandicaptenbeleid en langdurige zorg ook breder af wat mensen met een beperking eigenlijk concreet aan alle beleidsvoornemens hebben. Iedereen is voor het verbeteren van de participatie. Maar intussen zit er nogal spanning tussen papieren plannen en de werkelijkheid van zorgvragen, hulpmiddelen en wonen, signaleerde zij. Om te concluderen dat het beleid nogal haaks staat op de rechten van mensen met een handicap, zoals in het VN-verdrag verwoord. Zo verbaast zij zich over het gegeven dat er ouders zijn die elk halfjaar opnieuw moeten aantonen dat hun kind nog steeds het syndroom van Down heeft.

Algemeen publiek
Lucille Werner (CDA) vroeg zich in ernst af waarom er onder het ‘algemeen publiek’ onderzoek moet worden gehouden naar opvattingen over mensen met een beperking: ‘Is dit niet de omgekeerde wereld?’ En wat als er onderzoek zou worden gedaan naar hoe ‘het publiek’ kijkt we naar de lhbti-gemeenschap?

Zelfregie bij werkgevers
Bovendien wemelt het volgens Werner al van de rapporten die aangeven dat het hebben van een handicap angst oproept dat het onszelf overkomt en van werkgevers die koudwatervrees hebben. In dat verband zou Werner veel meer de zelfregie centraal willen stellen voor mensen met een handicap. Zeker op de werkvloer en zeker als het gaat om hulpmiddelen: ‘Dat iemand al geprepareerd is om dat werk ten volle te kunnen uitvoeren.’

Van medisch naar sociaal
Minister Helder wil naar een meer sociale visie en eigenlijk weg van de heersende medische benadering van mensen met een handicap. Het verbeteren van de toegankelijkheid en het bewerkstelligen van inclusie is volgens haar wel een proces van lange adem. En dus van pacten, kennisinfrastructuur, een aanjager, ‘onder de aandacht brengen’, overleg met gemeenten, lokale inclusieagenda’s – en voor haarzelf een coördinerende rol als minister.

Helder over de inzet van middelen uit het coalitieakkoord: ‘Ik zit nog net niet in de fase dat ik alles concreet in de vingers heb.’ Aan goede wil om de positie van mensen met een beperking te verbeteren ontbreekt het niet.

Tekst: Klaas Salverda