‘We moeten moeilijk makkelijker maken’. Het kabinet omarmt deze boodschap uit het pas verschenen interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Vereenvoudiging sociale zekerheid.
Het rapport met daarin beleidsopties voor vereenvoudiging van het stelsel van sociale zekerheid is door het kabinet naar de Tweede Kamer gestuurd. In een brief aan de Kamer schrijft het kabinet hoe het met de resultaten van het onderzoek om wil gaan, ‘zodat vereenvoudiging kan bijdragen aan een sociale zekerheid, die beter past bij wat mensen nodig hebben’. Dat wil zeggen dat die bijdraagt aan bestaanszekerheid, participatie en activering van mensen.
Dilemma’s
‘Makkelijk is niet altijd beter, al kan het mensen wel helpen. Daarmee stelt vereenvoudigen ons ook voor dilemma’s en soms fundamentele keuzes’, noteert het kabinet daarbij. Want: ‘Niet voor iedereen die gebruik maakt van de sociale zekerheid is er een probleem. Daarnaast bestaat voor de groep voor wie de sociale zekerheid te ingewikkeld is, niet één oplossing die geschikt is voor de gehele doelgroep’.
Bijna zeven miljoen Nederlanders worden in hun inkomen ondersteund door een vorm van sociale zekerheid, voor een groot deel via de AOW of de kinderbijslag. Voor de meeste mensen biedt de sociale zekerheid een goede oplossing. Maar steeds meer onderzoeken laten zien dat wet- en regelgeving niet altijd recht doet aan hoe mensen in de praktijk denken en doen.
Het doel van het IBO was om te analyseren waar de complexiteit zit in de sociale zekerheid, wat hiervan de gevolgen zijn voor mensen en welke, ook meer fundamentele, opties er zijn om het stelsel te vereenvoudigen voor mensen die er gebruik van maken.
Stelseldiscussie
De ministers Karien van Gennip en Carola Schouten onderschrijven de analyse van en de conclusies uit het IBO: ‘Met alle goede bedoelingen hebben we een ingewikkeld stelsel met veel verschillende regelingen ontworpen, om mensen zo gericht mogelijk te helpen’, schrijven ze aan de Kamer.
Een brede maatschappelijke en politieke discussie over de gewenste mate van vereenvoudiging en de keuzes ten opzichte van andere doelen is volgens hen daarom heel wenselijk.
De beleidsopties uit het interdepartementale beleidsonderzoek zetten in op:
1) het verminderen van het aantal regelingen
2) het verminderen en verduidelijken van het aantal voorwaarden en verplichtingen en het
makkelijker maken om aan voorwaarden en verplichtingen te voldoen
3) het verminderen van de consequenties van onbedoelde fouten of effecten
4) het verminderen van het aantal loketten
5) het verbeteren van de dienstverlening.
Uitvoering betrokken
Divosa, de vereniging voor leidinggevenden in het sociaal domein, waardeert het enorm dat ‘de uitvoering’ is betrokken bij dit onderzoek. ‘De grote winst van dit rapport is dat de complexiteit van sociale zekerheid op de agenda is gezet’, zeggen de bestuurders die eraan deelnamen.
In haar reactie wijst Divosa erop dat inwoners die bijvoorbeeld door verlies van werk of huis zijn aangewezen op sociale zekerheid, kwetsbaar zijn: ‘Ze zijn onzeker over hun rechten en lopen tegen de complexiteit van regels aan. Dit heeft tot gevolg dat ze fouten gaan maken, boetes krijgen of geen gebruik meer maken van voorzieningen die er wel zijn. Dat betekent minder inkomen, minder bestaanszekerheid en minder participatie’.
Volgens Divosa moeten inwoners er op kunnen vertrouwen dat een beroep op ondersteuning niet als gevolg heeft dat hun problemen groter worden.
Tekst: Klaas Salverda