Project Description

Nederlandse Defensie Academie: “Verdringing is kletskoek”

Onder de koepelorganisatie Nederlandse Defensie Academie vallen de officiersopleidingen van alle defensieonderdelen. De NLDA is gevestigd in Breda. Onder de 550 medewerkers zijn er 7 met een arbeidsbeperking. Ze voeren ondersteunende taken uit en krijgen de kans relevante vaardigheden te ontwikkelen.

Handjes

Als chef-staf is kolonel Eric Linssen onder meer verantwoordelijk voor personeelsvragen en de organisatie van de NLDA. Al snel na zijn aantreden viel het hem op dat de Nederlandse Defensie Academie wel wat versterking kon gebruiken. Defensie is de afgelopen jaren geconfronteerd met de nodige bezuinigingsrondes. Hetzelfde werk moest dus met minder collega’s worden gedaan. Van collega’s op de vliegbasis Gilze-Rijen had Linssen al enthousiaste verhalen gehoord over de inzet van mensen uit de participatiedoelgroep. “We zochten vooral mensen voor ondersteunende functies en de ervaringen in Gilze-Rijzen waren positief. Werken met mensen uit deze doelgroep sluit ook aan bij mijn intrinsieke motivatie: laten zien dat defensie onderdeel is van de maatschappij. Daar sta ik voor. Ik vind dat defensie de kans moet grijpen zich nadrukkelijk te presenteren als sociale en verantwoordelijke werkgever. Bij ons werken niet alleen commando’s, maar is juist een breed scala aan functies, van hofmeester tot facilitair medewerker.”

Mobiliteit

De medewerkers met een arbeidsbeperking zijn bij de NLDA gedetacheerd vanuit SW-bedrijf Go!. “Daar zijn wij heel tevreden over en de medewerkers zelf ook. Dankzij deze formule houden ze hun positie bij het SW-bedrijf als vangnet.” De zeven werken verspreid door de hele organisatie: als huismeester, in het magazijn, op de repro-afdeling, als secretarieel medewerker en als onderhoudsassistent in het botenhuis. “Er zitten een aantal wat oudere medewerkers tussen. Daar hebben we inmiddels mee afgesproken dat ze tot het einde van hun diensttijd, dus langjarig, bij ons kunnen blijven. De jongeren krijgen de komende jaren de kans om relevante vaardigheden te leren. Neem die jongen in het botenhuis. Hij volgt inmiddels een erkende opleiding en leert een vak dat nog maar heel weinig mensen in Nederland beheersen. Net zoals bij mijn overige medewerkers, vind ik het belangrijk dat mensen hun mobiliteit behouden.”

Verdringing

Volgens Linssen werden de participatiemedewerkers probleemloos ontvangen door zijn collega’s. Dat is niet vanzelfsprekend bij een organisatie waar de afgelopen jaren werkplekken zijn verdwenen. Linssen is stellig: “De hele discussie rond verdringing is kletskoek. Ik ben sinds 1978 in dienst. Rond die tijd kwamen de eerste vrouwelijke cadetten. Toen zag je ook angst voor verdringing. Niks van waar gebleken. Ik vind het een onethische discussie, alsof we het over tweederangs mensen hebben.” Kolonel Linssen wijst er ook op de inzet van mensen met een arbeidsbeperking positief is voor de overige medewerkers. “De andere medewerkers kunnen zich richten op hun primaire taken. Er wordt ze immers werk uit handen genomen. En er is niets mis met de productiviteit van de participatiemedewerkers. Eentje is er onlangs zelfs uitgeroepen tot Medewerker van de maand. Niet als aanmoedigingsprijs, maar puur op basis van geleverde prestaties.”

Samen de schouders eronder

Dat de integratie van de participatiemedewerkers zo soepel verliep, ligt volgens Linssen ook aan de structuur en cultuur van de organisatie. “Defensiemedewerkers zijn het gewend om iedere drie jaar te worden verplaatst. In elk team komen regelmatig nieuwe mensen. Ons credo is dan ook: samen de schouders eronder en aan het werk. Welke achtergrond mensen hebben, maakt eigenlijk niet uit.” Dat was een positieve verrassing voor de participatiemedewerkers. “Ze zijn gewoon lid van het team, volledig geïntegreerd. Iedereen is eigenlijk tevreden: hun leidinggevenden, de collega’s en de medewerkers zelf. Het klinkt misschien lullig, maar alle partijen winnen op deze manier. Ik kan het alle werkgevers aanraden.”