Onlangs presenteerden we als FNV het rapport De waarde van werk verzilveren. Het derde rapport in de door ons afgeleverde serie rapporten over hoe de positie van mensen met een arbeidsbeperking op de arbeidsmarkt structureel en duurzaam kan worden verbeterd.

Al jaren constateert de FNV dat banen voor mensen met een arbeidsbeperking onvoldoende tot stand komen. Is het niet in kwantiteit, dan is het wel in kwaliteit. Een ongelooflijke schande hoe de politiek, en daarmee de samenleving, deze kwetsbare groep in de steek heeft gelaten. De SER zei hetzelfde in 2016 in de verkenning Sociale infrastructuur kwetsbare groepen binnen de Participatiewet. En in november 2019 werd een vergelijkbaar oordeel geveld door SCP bij de evaluatie van de Participatiewet.

De WSW is een sterfhuisconstructie, de Wajong vrijwel ontoegankelijk, de ambities uit de Participatiewet worden niet waargemaakt en daardoor laten we mensen aan hun lot over. Gemangeld tussen de gemeentelijke beleidsvrijheid, onwillige (overheids)werkgevers en budgettaire afwegingen die veelal in hun nadeel uitvallen. Met nu een ‘Breed offensief’ in de maak als doekje voor het bloeden.

Met ons plan Recht op werk, de doorontwikkeling van de sociale werkbedrijven tot sociale ontwikkelbedrijven die als springplank en vangnet kunnen dienen voor mensen met een arbeidsbeperking, hebben we de basis neergelegd voor een werkelijk inclusieve arbeidsmarkt. In het tweede rapport over de doorrekening daarvan is uitgerekend dat dit ongeveer 2.000 euro per persoon per jaar extra kost, nog los van de maatschappelijke baten. Het is een politieke keuze van een volgend kabinet om een werkelijke participatiesamenleving tot stand te brengen: er ligt een panklaar plan gereed. We hoeven echter niet zo lang te wachten.

In De waarde van werk verzilveren schetst financieel expert Robert Capel hoe meer mensen met een arbeidsbeperking geschoold naar werk kunnen worden begeleid dan nu het geval is. Hoe? Feitelijk door een begrotingstechnische verschuiving van alle budgetten die nu voor de Participatiewet beschikbaar zijn. Dat levert inkomensvooruitgang en bestaanszekerheid op voor de mensen zelf, en financieel voordeel voor werkgevers, gemeenten, rijksoverheid, nog los van de maatschappelijke baten.

Op dit moment belemmert de financieringssystematiek dat juist. De verdeling van het Participatiebudget moet gebaseerd worden op gerealiseerde aantallen loonkostensubsidie, iets dat nu niet het geval is. Als er geld vanuit het BUIG-budget en vanuit het gemeentefonds wordt overgeheveld naar het Participatiebudget, is er eenvoudigweg meer geld aan begeleiding te besteden. Dat moet wat mij betreft wel in de goede volgorde: eerst meer geld voor begeleiding naar duurzaam werk. De kost gaat voor de baat uit.

We leven in bijzondere tijden. De Rijksoverheid trekt vele miljarden uit voor bedrijven in nood en baanbehoud. Terecht, en mede door FNV tot stand gekomen. Maar we moeten helaas ook constateren dat juist mensen met een arbeidsbeperking snoeihard worden geraakt door de coronacrisis. Laten we voorkomen dat zij hun beschutte baan of garantiebaan verliezen en zorgen dat de ruim 100.000 mensen die nu nog aan de kant staan, hun kans op een duurzame baan niet in rook zien opgaan. Werk (naar vermogen) is de sleutel, ook voor mensen met een arbeidsbeperking. De tijd van negatieve prikkels is voorbij wat ons betreft. Investeren in mensen is het nieuwe normaal.

_________

Kitty Jong is sinds mei 2017 vicevoorzitter van FNV. In het FNV bestuur is zij verantwoordelijk voor zorg, arbeidsomstandigheden, energiebeleid/duurzaamheid, diversiteit, sociale zekerheid en medezeggenschap/corporate governance.