Astrid Hazelzet en Marieke van den Tooren zijn onderzoekers bij TNO. In twee columns, deel 1 vindt u hier, bespreken zij nut en noodzaak van onderzoek en manieren om de arbeidsmarkt inclusiever te maken.

Op naar de 125.000 banen! Wat ons betreft een mooi en noodzakelijk doel. Maar we moeten ook realistisch zijn. Niet iedere werkgever kan een bijdrage leveren aan deze maatschappelijke opdracht. Er zijn nu eenmaal organisaties die in praktisch en/of financieel opzicht (tijdelijk) niet in de gelegenheid zijn mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden.

Andere manieren

Wij geloven echter dat veel van deze werkgevers wel degelijk bereid zijn hun steentje bij te dragen aan de arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen in onze samenleving. Alleen het werkelijk in dienst nemen of houden van deze mensen zit er niet altijd in. Houdt het daar dan op? Nee, wat ons betreft niet. Er zijn genoeg andere manieren waarop invulling kan worden gegeven aan inclusief ondernemerschap. Alleen al de praktijkverhalen op websites van bijvoorbeeld AWVN en De Normaalste Zaak vormen een bron van inspiratie.

Zo zijn er organisaties die alleen inkopen bij bedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben (social return). Sommige organisaties leveren ook een financiële bijdrage aan de begeleidingstijd die bedrijven investeren in deze werknemers. Verder zijn er organisaties die een deel van de eigen productie/dienstverlening aan werknemers van sociale werkvoorzieningen uitbesteden. Denk bijvoorbeeld aan het digitaliseren van archieven of het samenstellen van servicepakketten.

Kennis delen

Maar ook werkgevers die eerder mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben gehad kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de realisering van een inclusieve arbeidsmarkt. Zo zijn er veel organisaties die als ambassadeur hun kennis en ervaring delen met collega-werkgevers of in werkgeversnetwerken, en hen stimuleren en faciliteren bij het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van manieren waarop in de praktijk reeds invulling wordt gegeven aan inclusief ondernemerschap. TNO brengt momenteel in kaart welke alternatieven er zijn. Deze lijst zal niet uitputtend zijn. Er zijn mogelijkheden te over en met een beetje creativiteit is overal een mouw aan te passen. In de praktijk is er echter weinig aandacht voor deze alternatieve vormen van inclusief ondernemen. De ‘inclusief ondernemen lat’ wordt – terecht – hoog gelegd. Alles draait om het in dienst nemen (en houden) van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Andere vormen van inclusief ondernemerschap

De realiteit is echter ook dat veel organisaties niet over deze lat heen kunnen. Wat ons betreft is het dan ook tijd om de focus vanuit beleid, onderzoek en praktijk niet langer uitsluitend te richten op het creëren van banen, maar daarnaast ook andere vormen van inclusief ondernemerschap te omarmen. Hierdoor maken we het voor organisaties die geen passend werk kunnen bieden laagdrempeliger toch hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Want laten we wel wezen, uiteindelijk gaat het erom dat we voor elke organisatie een haalbaar perspectief realiseren. Perspectieven die bij elkaar opgeteld tot kansen leiden voor mensen die nu nog langs de kant staan.

_________

Astrid Hazelzet en Marieke van den Tooren zijn onderzoekers bij TNO. Astrid is bovendien projectleider van het TNO-Kennisprogramma Inclusive Work.