De Banenafspraak is halverwege, hoe nu verder? Deze vraag bespreken we tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden. Dat deden we met Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW), Ton Wilthagen, (hoogleraar juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan de Tilburg University), banenafspraak criticaster Roos Hoelen (Incluvisie), Onno Vermooten (directeur sociaal ontwikkelbedrijf Concern voor Werk) en Marcel Hielkema (voorzitter VNO-NCW Midden).

Ingrid Thijssen is trots op de prestaties van de Banenafspraak, gelooft in een brede kijk op welvaart en streeft naar een banenplan voor 200.000 banen. “We liggen liggen gewoon heel goed op schema met circa 53.000 banen.”, stelt ze. “Het is heel erg belangrijk voor de mensen die het betreft – om zo ook mee te kunnen doen aan samenleving. Tegelijkertijd laat het zien dat werkgevers echt willen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen.” Verder lezen>>

Volgens Ton Wilthagen kan de Banenafspraak een belangrijke route zijn op de nieuwe arbeidsmarkt. “Binnen de context van het huidige systeem is de Banenafspraak een prestatie. Het is positief dat werkgevers bezig zijn met inclusie. Het is sowieso goed dat de afspraak er is. Maar we moeten meer doen om deze Banenafspraak te ondersteunen.” Daarbij denkt hij aan een verbreding van de doelgroep Banenafspraak, hoewel hij met dat begrip weinig aan kan vangen. “Alleen de term al. Ik val in het doelgroepregister… Ik wordt er bijna bang van.” Verder lezen>>

Roos Hoelen wil de Quotumwet en de Banenafspraak afbreken of verbreden. “900.000 mensen vallen buiten de doelgroep Banenafspraak, maar hebben wel behoefte aan steun.” Een inclusieve toekomst kan ze zich alleen voorstellen als de ondersteuning – zoals geboden wordt binnen de Banenafspraak – voor alle mensen met een arbeidsbeperking beschikbaar komt. “Op dit moment wordt werkgevers en werkgevers te kort gedaan.” Verder lezen>>

Inclusief werkgeven zou een grote dienst worden bewezen als de loonwaarde automatisch op 50% wordt bepaald. Dat stelt Onno Vermooten. “Zo neem je de grootste hobbel weg die werknemers ondervinden. Het bespaart geld en is beter voor de werknemers. Laat de loonkostensubsidie vervolgens verrekenen via de loonheffing. Dat is simpel voor de werkgever, de werknemer merkt er niets van. Sterker nog: het dat draagt bij aan het feit dat de werknemer voor vol wordt aangezien.” Lees verder>>

Marcel Hielkema wenst eenvoudiger regels en een verbreding van de groep waarvoor voorzieningen beschikbaar zijn. “We hebben op dit gebied al jaren te maken met belemmeringen in regelgeving, beleid en budget. Daar moeten we echt stappen in zetten. Concreet pijnpunt is de toegang tot de bestanden met werkzoekenden. Werkgevers willen meer feeling met kandidaten. En als ze dan kandidaten hebben gevonden, moeten we ook goed nadenken over het beleggen van het werkgeverschap. Dat hoeft niet altijd bij de werkgever zelf.” Lees verder>>