Als het gaat over inclusie in Nederland gaat de discussie de afgelopen tijd vooral over het kabinetsvoorstel een loondispentatiesysteem in te voeren. De staatssecretaris werkt op dit moment haar voorstellen uit. De komende weken peilt ‘Op naar de 100.000 banen’ de verschillende meningen via een serie columns rond de vraag: waar moet een nieuw systeem aan voldoen om de doelstellingen uit de Banenafspraak te halen en Nederland inclusiever te maken? Vandaag: Frank Bluiminck, directeur VNG (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland).

 

Soms helpt het om de zaken op zijn kop te zetten. Omdenken, kan je het ook noemen. Ik moest daar aan denken toen een zorgbestuurder me vertelde over een ontmoeting die hij ooit had met een gehandicapte. Deze persoon had het niet over het syndroom van down, maar over wie hij was en wat hij kon. “Als ik dan zo nodig iets moet hebben, dan is dat het syndroom van up…”

We hebben er baat bij als we onze denkbeelden op zijn kop zetten. Dat is nodig, als het gaat om gehandicapten die willen leren en werken. Te vaak gaat het over de onmogelijkheden en de moeilijkheden. Te snel praten we over leerplichtvrijstellingen of dagbesteding, in plaats van aangepast onderwijs of werk. Er blijkt in de praktijk veel meer mogelijk dan we denken.

Een voorbeeld. Voor jongeren met een verstandelijke beperking is het lastig om een MBO-diploma te halen. Nederlands en Rekenen zijn lastig, maar vakgerichte onderdelen lukken vaak beter. Daarvoor kunnen ze deelcertificaten behalen. Hebben ze er een aantal, dan kunnen ze aan de slag in een sector. Neem het branchediploma Woonhulp, waarmee leerlingen aan het werk kunnen als woonhulp in de ouderenzorg of gehandicaptenzorg. Ze helpen bij het eten en drinken, opruimen en schoonmaken etc. Deze extra ogen, oren en handen zijn zeer welkom in een sector waar medewerkers zwaar worden belast. De eerste leerlingen hebben inmiddels het branchediploma Woonhulp gehaald en zijn nu aan het werk.

Ook de  ‘Borisaanpak’ van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is een prachtige manier om in kleine stapjes een diploma te behalen. Door praktijkverklaringen te stapelen, haalt de jongere uiteindelijk een erkend branchediploma. Het is te hopen dat andere sectoren, zoals de horeca, de groenvoorziening en de techniek ook gaan werken met praktijkverklaringen en branchediploma’s.

Deze aanpak is voor jongeren met een beperking een geweldige ervaring om bij te dragen aan de samenleving. Maar ook voor die samenleving is hun deelname heel waardevol. Mensen hebben doorgaans niet veel contact met gehandicapten. Komt het er toch een keer van, dan zijn ze vaak onder de indruk en ook ontroerd. Contact met mensen die een beperking hebben, levert vaak de ervaring en emotie op die we in de verharde samenleving zo goed kunnen gebruiken (…). Je zou het dus eigenlijk moeten omdraaien:  het is normaal dat je op het werk en op school in contact komt met mensen met beperkingen en het is vreemd als je die ervaring niet opdoet.

Dit is geen droom, maar realiteit als we er met zijn allen de schouders onder zetten. Inspirerend is in dit opzicht de intentieverklaring die de VGN op 11 juli tekende met de minister van VWS, de staatssecretaris van SZW, Actiz, de VO-Raad, de PO-raad, Lecso, Divosa, RegioPlus en het CNV. Die intentie zet de instroom in gang van 7.500 mensen met een beperking, die op afstand staan van een reguliere baan. Ik hoop dat juist deze groep de boel eens even flink op z’n kop zet en iedereen een stuk optimistischer maakt over het verminderen van het personeelstekort, dat overal sluimert.

Frank Bluiminck, Directeur VGN