Als het gaat over inclusie in Nederland gaat de discussie de afgelopen tijd vooral over het kabinetsvoorstel een loondispentatiesysteem in te voeren. De staatssecretaris werkt op dit moment haar voorstellen uit. De komende weken peilt ‘Op naar de 100.000 banen’ de verschillende meningen via een serie columns rond de vraag: waar moet een nieuw systeem aan voldoen om de doelstellingen uit de Banenafspraak te halen en Nederland inclusiever te maken? Vandaag: Gerrit van der Meer, voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad (LCR).

 


“Ik geloof in een inclusieve samenleving, waarin iedereen mee kan doen.” Het is een citaat van Aart van der Gaag. Het had net zo goed een citaat van mij kunnen zijn. Dat overkomt me wel vaker met uitspraken van Aart trouwens en dat laat ik zo, want het is goed.

Om meteen maar een relativerende opmerking te maken: 100.000 banen voor mensen met een beperking leveren natuurlijk nog geen inclusieve samenleving op. Ook niet als de overheid haar 25.000 toegezegde banen voor elkaar krijgt. En zeker niet als de mensen met de grootste behoefte aan begeleiding en ondersteuning nog steeds niet een baan hebben gevonden!

Als we erin slagen de banenafspraak volledig uit te voeren, geven werkgevers wel een heel duidelijk en mooi signaal af: wij nemen onze verantwoordelijkheid, wij willen niemand uitsluiten. Er zijn heel veel voorbeelden van werkgevers die, zoals we dan in de LCR zeggen, ‘het hart op de goede plaats hebben’. Een aantal van hen heeft zelfs helemaal geen banenafspraak (laat staan een Quotumwet) nodig om die maatschappelijke verantwoordelijkheid waar te maken. We zouden graag zien dat zulke goede voorbeelden meer navolging krijgen dan nu het geval is.

On the job
Werkgevers merken op dat UWV en gemeenten hun cliënten niet kennen en dat privacy een probleem vormt in het proces van werving&selectie. Een CV, en zelfs informatie over de arbeidsbeperking nemen de onzekerheid over daadwerkelijk functioneren niet weg. Tegelijkertijd is is het zo dat kandidaten, hun begeleiders en werkgevers iemands mogelijkheden pas op de werkplek leren kennen. Trainen en leren werken doe je het best ‘on the job’. Vaak zal met die werkwijze blijken, dat mensen groeien in een baan en nog meer van waarde zijn dan in eerste instantie gedacht.

Daarom pleiten wij ervoor niet alleen beschikbaar werk als uitgangspunt te nemen, maar het zoek- en selectietraject te starten bij de werkzoekende. Zo gaan we op zoek naar iemands kwaliteiten, motieven en interesses en ontdekken we wat hij/zij nodig heeft aan werk en begeleiding om waardevol voor een werkgever te zijn. De continuïteit van begeleiding, bijvoorbeeld door een externe jobcoach, is dan weer van groot belang voor duurzame arbeidsparticipatie. Als de baan na een half jaar eindigt, kan die de ervaring meenemen naar een volgende werkplek.

Discussie
Over de instrumenten die beschikbaar zijn om banen voor mensen met een beperking te faciliteren, is een stevige politieke discussie ontstaan, toegespitst op de keuze tussen loondispensatie of loonkostensubsidie. Dat etiketje vindt de LCR niet zo spannend. Het gaat er ons om dat iedereen tenminste het WML moet kunnen verdienen. Een aantal mensen kan dat niet zonder aanvulling, dus laten we dat dan regelen en het ook zo noemen: loonaanvulling.

Wie werkt met een lagere loonwaarde heeft recht op een aanvulling tot het minimumuurloon. Wie wegens een medische urenbeperking minder uren (minimaal 25,5) werkt, heeft recht op een aanvulling tot het WML. De loonaanvulling is geen uitkering maar een individueel inkomen, zonder partner- of vermogenstoets. Het loon en de aanvulling samen vormen één loon voor de belasting, SV-premies en pensioenfondsen. De berekeningen houden we simpel en leiden niet tot administratieve overlast bij werkgevers én werknemers.

Iedereen die dat wil, kan en mag meedoen en krijgt de kans om een waardevolle bijdrage te leveren met een volwaardig loon. Dat is de inclusieve arbeidsmarkt en die hebben we nodig als onderdeel van de inclusieve samenleving. Ik ben benieuwd of ik al weer op dezelfde lijn uitkom als Aart van der Gaag.

 

Gerrit van der Meer is voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad (LCR), die ‘zeggenschap in werk en inkomen’ als ondertitel heeft. De LCR is de stem van uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden bij het kabinet.