En al helemaal niet de groep die wat hulp nodig heeft op de arbeidsmarkt.

Laatst sprak ik een wanhopige werkgever. Als ondernemer is zij op zoek naar personeel en ons participatiebedrijf bemiddelt mensen met een afstand op de arbeidsmarkt. Een mooie samenwerking, waar we beiden tevreden over zijn. Waarom was deze werkgever dan toch zo wanhopig? Dat zat zo. Een van onze jobcoaches had haar uitgelegd dat voor iedere medewerker die wij aanboden wel een andere prijs gold. Daar begreep deze ondernemer helemaal niets van.

“Elke medewerker doet min of meer hetzelfde werk”, zei de werkgever, “waarom betaal ik dan verschillende bedragen per medewerker? Dat doe ik voor de rest van mijn personeel ook niet, als ze hetzelfde uitvoeren.” “Daar heb je helemaal gelijk in,” antwoordde de jobcoach, maar voor mensen uit de Participatiewet is de loonwaarde bepalend voor de subsidie die de werkgever krijgt. En die verschilt per persoon. Sterker nog, die kan in de loop van de tijd veranderen. Mensen ontwikkelen zich vaak en dan kunnen ze meer en dan stijgt hun ‘loonwaarde’. Dat meten we dan per jaar met een loonwaarde-meting. Gevolg van een ontwikkelde medewerker is wel dat je als werkgever minder subsidie krijgt.”

De werkgever stond onze jobcoach inmiddels glazig aan te kijken. “En wie schiet hier wat mee op?” vroeg zij zich af. Een terechte vraag. De werknemer in kwestie in ieder geval helemaal niets. Want hoewel die gewoon loon krijgt, moet die wel eens in de zoveel tijd zo’n ‘loonwaardemeting’ ondergaan. Het doel daarvan ontgaat de meeste overigens. Sterker nog, meestal wordt het afnemen van een dergelijke meting als denigrerend ervaren.

De werkgever die sociaal verantwoord wil ondernemen schiet er ook niet veel mee op. Die weet namelijk niet waar hij of zij financieel aan toe is. Als je met garantiebanen aan de slag gaat en deze medewerkers ontwikkelen zich goed, ben je opeens een stuk duurder uit.

Er is al vaak benoemd dat de Participatiewet mislukt is. En dit is een van de redenen. Omdat we zo bang zijn dat we ook maar een euro te veel uitgeven, hebben we een ingewikkeld systeem bedacht dat niemand echt helpt. De doelgroep die graag aan de slag wil niet en de werkgever die op zoek is naar personeel ook niet. Laten we erkennen dat het wat meer moeite kost om sommige mensen in onze maatschappij aan de slag te helpen en te houden. En daar moeten we als maatschappij ook wat geld voor over hebben. Als we dat met veel simpelere maatregelen doen, zijn we verder op weg naar de 100.000 banen.

Jeroen Coops is directeur van het participatiebedrijf Spaarne Werkt, actief in de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort.