Later dit jaar zal staatssecretaris Van Ark het kabinetsvoornemen om loonkostensubsidie te vervangen door loondispensatie nader toelichten. De werkgevers van netwerk De Normaalste Zaak denken dat het mogelijk moet zijn om een voorstel te ontwerpen dat de doelgroep ontziet, werken lonender maakt en werkgevers bevrijdt van onnodige regeldruk.

De kabinetsvoorstellen hebben veel aandacht gehad in de media. De op zich begrijpelijke bezorgdheid van cliëntenorganisaties, gemeenten en vakbonden werd nogal cru tegenover het werkgeversbelang (eenvoud en uniformiteit in regelgeving) geplaatst. Dat is een gemiste kans, want dit soort schijntegenstellingen helpen de inclusieve beweging, die we nu juist stapje voor stapje aan het opbouwen zijn, niet vooruit.

Hoe helpen we deze beweging? Hoe creëren we een echt inclusieve arbeidsmarkt? Aan het enthousiasme van werkgevers ligt het niet. Die laten tot nu toe zien dat het ze menens is om de doelstellingen uit de banenafspraak te halen. Maar natuurlijk willen we meer mensen aan het werk hebben, zeker nu de arbeidsmarkt krapper wordt.

De voor- en nadelen van het loondispensatiesysteem, voor werkgevers en vooral medewerkers, vooral parttimers, zijn al tot in den treuren besproken. Ook door mij. Maar ik blijf volhouden dat deze discussie de kern van het probleem niet raakt. Bij het creëren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking, lopen werkgevers tegen twee grote knelpunten aan: de vindbaarheid van kandidaten en complexe regelgeving en vooral de uitvoering daarvan.

Die problemen moeten we oplossen. Dat doen we niet door te kiezen voor de ene regeling of de andere. Dat neemt de polarisatie niet weg, bemoeilijkt de uitvoering en implementatie en legt de basis voor een volgende wetswijziging over een paar jaar.

Misschien moeten we er de voorkeur aan gegeven om langer en beter na te denken over een compensatieregeling (inclusief een eenvoudige uitvoeringsregeling waarin vertrouwen tussen werkgevers en overheid uitgangspunt is) die voor alle partijen (werkgever – werknemer – overheid) goed werkt. En waar alle partijen het ook over eens zijn. Dat kost tijd, maar is het waard, meer dan waard.

Bert van Boggelen is kwartiermaker van De Normaalste Zaak