Als het gaat over inclusie in Nederland ging de discussie de afgelopen tijd vooral over het kabinetsvoorstel een loondispentatiesysteem in te voeren. De afgelopen periode peilde ‘Op naar de 100.000 banen’ de verschillende meningen via een serie columns rond de vraag: waar moet een nieuw systeem aan voldoen om de doelstellingen uit de Banenafspraak te halen en Nederland inclusiever te maken?

Vandaag: Anneke Nunn, auteur van het Honderdduizendbanenboek.

Onder de indruk en optimistisch was ik in 2015. De reden: de verhalen van de pioniers van de Banenafspraak die ik optekende voor het Honderdduizendbanenboek. Zo’n twintig werknemers met een beperking en de ondernemers die ze in dienst hadden genomen vertelden over hun ervaringen. Benieuwd naar hun mening over de vervanging van loonkostensubsidie door loondispensatie maakte ik een rondje.

De ondernemers die ik sprak voor mijn boek staken hun energie in het wegnemen van drempels en het leren kennen van iemands gebruiksaanwijzing. Ze deden dat omdat het op hun pad kwam of omdat ze een sociaal hart hebben. Ze vertelden wel dat ze de regelingen van de overheid hard nodig hadden als compensatie als een werknemer minder productief was. Ik herinner me de opmerking: “Als het bedrijf niet rendeert, staat iedereen op straat. Zonder loonkostensubsidie zou ik ze niet kunnen aannemen.”

Toch was juist het plan om die loonkostensubsidie te vervangen door loondispensatie. Daar is veel over te doen geweest. Ik wilde graag weten wat werkgevers, die ik destijds voor het boek interviewde, daarvan vinden. Ik vroeg het aan drie van hen: Simon Butter van Deen Supermarkten, Hans van Hoven van Blomsma PrintMedia en Diana de Kreij van Hewitex, fabrikant van schoonmaakdoekjes.

Simon Butter werd niet gelukkig van de verandering. “De ene regeling is nog niet uitgewerkt of de andere komt alweer. Ik zie liever meer stabiliteit. Meet nou eens over een langere periode wat voor- en nadelen zijn.” Hij vroeg zich stellig af of loondispensatie wel de handigste constructie is voor de doelgroep. “Wat gebeurt er als twee mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een relatie hebben en de een werkt en de ander niet? Is werken dan nog lonend?”

Hans van Hoven is helemaal niet ontevreden met de bestaande regelgeving. Hij vindt loonkostensubsidie ook niet te veel rompslomp. “Het is niet ingewikkelder dan een medewerker die met zwangerschapsverlof gaat.” Hoe kijkt hij aan tegen loondispensatie? “Iedereen die kán werken móet ook werken. Maar dan moet het ook lonen. Dus niet de loonwaarde aanvullen tot bijstandsniveau zoals het plan was. Dan zal een deel van deze jongeren niet meer gaan werken en daardoor de maatschappij veel meer gaan kosten: ze zijn vaak makkelijk te beïnvloeden waardoor ze in de criminaliteit kunnen belanden. Daar kan een baan ze juist voor behoeden. Voor mij lost loondispensatie geen probleem op, het wordt er alleen ingewikkelder op.”

Het meest uitgesproken was Diana de Kreij: “Dat gedoe met al die regels en subsidies! Ik zie veel liever dat werkgevers zelf mee mogen bepalen wat iemands loonwaarde is. Maar vooral: maak de eerste twintigduizend euro die iemand verdient loonbelastingvrij en stop met het hele apparaat en alle regelingen van subsidies en compensaties. Dat kost meer geld dan het de werknemers en werkgevers oplevert.”

Ook Butter heeft wel een dringender wens: weg met alle regels die het werkgevers moeilijker maken om mensen met een beperking in dienst te nemen. Want die zijn er: “Samen met de praktijkschool organiseren we stages voor mbo 1. We betalen dan een stagevergoeding van 1 euro per uur. Nu gaan we als vervolg een Interne mbo 2 opleiding voor praktijkschoolleerlingen opzetten. Maar UWV wees de aanvraag voor loonkostenvoordeel af: door die ene euro gold de stage als fictief werkverband en het voordeel geldt alleen voor nieuwe werknemers. Dus door zo’n administratief regeltje krijgen we geen subsidie om een doorlopende leerlijn te organiseren.”

Al met al kon loondispensatie de goedkeuring van deze werkgevers niet wegdragen. Ze zagen het als een verandering vanwege iets wat ze niet als een probleem ervoeren. Kortom: nieuwe problemen erbij en geen soelaas voor veel nijpender zaken. Gisteren werd bekend dat het kabinet de plannen niet doorzet. Dat is goed nieuws! Een eerste stap naar rust en eenvoud. Maar er is nog voldoende werk aan de winkel. Bijvoorbeeld om alle regeltjes te vereenvoudigen en de goede voorwaarden te scheppen voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Dan kan ik hopelijk in 2020 een veel dikker boek met goede voorbeelden volschrijven.

Anneke Nunn, tekstschrijver