Vandaag kwamen de Banenafspraak-cijfers over het eerste kwartaal van 2022 uit. De toename, 515 banen, lijkt bescheiden, maar is dat zeker niet.
Binnen de Banenafspraak zien we al een aantal jaar seizoenspatronen. Zo zagen we vooral vorig jaar, natuurlijk ook veroorzaakt door de corona-pandemie, in het eerste kwartaal een enorme terugloop. Maar ook in de jaren daarvoor waren we daar al aan gewend. Dit fenomeen zie je op de “gewone” arbeidsmarkt ook trouwens. Dat merkte ik al in de tijd die ik in de uitzendsector heb doorgebracht. In december lopen contracten af en het duurt altijd even voordat het nieuwe jaar weer op gang komt.
Nu is er een trendbreuk, zowel bij de overheid (plus 480 banen) als bij het bedrijfsleven (plus 1718 banen) zien we een toename. Kanttekening is wel dat het uitzenden en detacheren (dat vooral bij de overheid plaatsvindt) rond de 1700 banen verliest. Ook dit is weer te relateren aan seizoenspatronen op de arbeidsmarkt, want daar is de uitzend- en detacheringsmodellen gevoeliger voor.
Wat kan dit betekenen?
Het zou zomaar kunnen dat het in aantallen een goed jaar wordt. Dit zou het eerste jaar kunnen zijn waar de krapte op de arbeidsmarkt de banenafspraak een kontje geeft. We zien toch om ons heen, bijvoorbeeld in de horeca of de catering, dat er sectoren zijn waar de personeelstekorten gevolgen hebben en bijvoorbeeld lijden tot sluitingen of beperktere service.
Maar we hebben ook gezien dat juist deze sectoren bij uitstek bereid en in staat in waren en zijn om de doelgroep veel kansen te bieden. Dat kan uiteraard ook in alle andere sectoren. Overal laten werkgevers zien dat het kan, dat inclusie iets toevoegt en nu zelfs een rol kan spelen bij oplossen van tekorten.
Ik doe nu een voorzichtige toost op dit jaar !
Aart van der Gaag is boegbeeld van het project ‘Op naar de 100.000 banen’, opgezet om werkgevers te informeren en inspireren rond de Banenafspraak.