Onno Vermooten vertrekt als directeur bij Concern voor Werk en Werkbedrijf Lelystad. Hij maakte zich sterk voor de ontwikkeling van het sociale ontwikkelbedrijf en zette Lelystad op inclusieve wijze op de kaart. “Veel meer Banenafspraak en het vangnet van de SW, dat is de enige oplossing voor de arbeidsmarkt.”

Een afscheidsinterview in twee delen, deel 2: stelselwijziging. Deel 1 vindt u hier.

Onno Vermooten als gespreksleider

Vermooten is al jaren luidkeels voorstander van een stelselwijziging op de arbeidsmarkt. Hij weet dat zijn zienswijze niet altijd wordt gedeeld op het ministerie, maar vindt het van belang zijn punten toch nog even te herhalen. “De Banenafspraak werkt. Dat laten de cijfers zien. Dus wat we nodig hebben is meer Banenafspraak. Dus biedt de ondersteuning, met name loonkostensubsidie, aan voor veel meer groepen die dat nodig hebben. En als ik hoor dat er geen geld voor is, dan heb ik een wedervraag: wat kost meer, loonkostensubsidie of een uitkering?”

Loonwaardebepaling
Meer Banenafspraak, maar dan wel een beetje andere Banenafspraak. Als het aan Vermooten ligt. Vooral de loonwaardebepaling blijft hem een doorn in het oog. “Wij vragen mensen om te tekenen voor hun eigen loonwaarde. Dus we zeggen: je telt voor 63,4% mee. Dat is zo’n onzin. Mensen doen volledig hun best en tellen dus volledig mee. Stel voor iedereen de loonwaarde op 50%, daar kom je gemiddeld toch ook echt op uit, verreken dit via de loonheffing, en daarmee basta. Scheelt de werkgever tijd, helpt enorm in de eigenwaarde van werknemers en is een echte vereenvoudiging.”

Kom bij Vermooten niet aan met het argument dat zo’n methode de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen zou beperken. “Denk jij nou dat mensen – gesteld dat ze in loonwaarde omhoog gaan – daar een gevoel van bevrediging aan ontlenen? Natuurlijk niet, die bevrediging komt van het werken zelf, van de sociale contacten, van het ‘erbij’ horen. De loonwaarde is echt alleen een last.”

Vermooten verwacht dat de aantallen uit de huidige Banenafspraak gehaald zullen worden. Maar het blijft nodig om er aandacht aan te besteden. “Misschien een cliché, maar onbekend maakt onbemind. Dat maakt marketing van eminent belang: toon die voorbeelden. Toon die verhalen van mensen, die nu wel een bijdrage kunnen leveren via hun werk.”

Lifecoach
Maar er is meer nodig dan een gelikte marketingcampagne alleen. Pas als de zorgen van werkgevers beter worden begrepen, zijn hogere aantallen inclusieve werkgevers haalbaar, denkt Vermooten. “Werkgevers hebben soms het beeld dat er ‘altijd wat is’ met mensen uit de doelgroep. Dat is niet zo, maar problemen zijn er soms natuurlijk wel. Daarom hebben we een lifecoach in het leven geroepen.”

Dat is een Werkbedrijf Lelystad-medewerker die werkgevers altijd kunnen bellen bij problemen, die niet direct met de taken op het werk te maken hebben. “Als mensen bijvoorbeeld niet op komen dagen. Ze wordt helemaal niet vaak gebeld, maar het helpt al dat werkgevers weten waar ze terecht kunnen. Met andere woorden: neem zorgen serieus en biedt oplossingen. Op een heel concreet en tastbaar niveau.”

Vermooten met o.a. Aart van der Gaag, Job Cohen, Martine Schuijer en Steven Hubeek bij de 1000 Voorbeelden opening in Lelystad (2021)

Vangnet
Gekoppeld aan een uitgebreide, en aangepaste, Banenafspraak blijft het volgens Vermooten nodig om het vangnet van de voormalige WSW overeind te houden. “Er is een groep mensen die niet bij reguliere werkgevers aan de gang kan. Ik wijs er nog maar even op dat het aantal mensen met een beperking dat niet aan het werk is, is gegroeid ten opzichte van voor de Participatiewet. Die groep is er gewoon, die hebben een beschutte omgeving nodig.”

En die kunnen de sociaal ontwikkelbedrijven volgens Vermooten bieden. Maar dan wel als ze zich als spin in het web van de lokale arbeidsmarkt durven op te stellen. “Ik vind dat er veel te weinig trots is op de sociaal ontwikkelbedrijven. Ik durf te zeggen dat wij een waardevolle bijdrage leveren in onze regio, bijvoorbeeld aan productontwikkeling en innovatie. Dat wordt ook gezien. Daarom ben ik zo trots op de BKL-trofee, als erkenning van andere werkgevers in de omgeving Lelystad.”

Cohesie
Maar het gaat Vermooten niet alleen om de werkzaamheden die zijn mensen verrichten, binnen of buiten de muren van het ontwikkelbedrijf. Hij denkt dat sociaal ontwikkelbedrijven, in combinatie met bijvoorbeeld Werkbedrijf Lelystad, samen met het bedrijfsleven, ook voorop kunnen lopen bij het verstevigen van de sociale cohesie. “Voor een aantal jonge moeders, die aan hun wijk gebonden waren en dus moeilijk aan het werk konden komen, hebben we de basisbaan ‘buurtconciërge’ geïntroduceerd.”

De buurtconciërges leveren een bijdrage aan de leefbaarheid van de wijk. De helft van het benodigde budget komt van de gemeente, de andere helft van het lokale bedrijfsleven. “Die doen mee omdat ze ook zien dat ze gebaat zijn bij florerende buurten voor hun medewerkers. Dit is maar een voorbeeld, maar zo is er volgens mij veel te bedenken om de samenleving te verstevigen via creatieve methodes waarbij werk een belangrijke rol speelt.”

Dichtbij
“We zijn er in Nederland dichtbij een goede aanpak voor de arbeidsmarkt”, denkt Vermooten. “We weten dat de elementen uit de Banenafspraak werken. We weten dat daarnaast een vangnet nodig is. In principe staat het systeem dus al. Dat verder uitrollen, lijkt me op zich geen hele ingewikkelde opgave.”