Onno Vermooten vertrekt als directeur bij Concern voor Werk en Werkbedrijf Lelystad. Hij maakte zich sterk voor de ontwikkeling van het sociale ontwikkelbedrijf en zette Lelystad op inclusieve wijze op de kaart. “Veel meer Banenafspraak en het vangnet van de SW, dat is de enige oplossing voor de arbeidsmarkt.”

Een afscheidsinterview in twee delen, deel 1: participatiewet

Onno Vermooten bij de aftrap van de Maand van de 1000 Voorbeelden 2021 (Evelien Fotografie)

Een gesprek met Vermooten is niet alleen een gesprek over de arbeidsmarkt of de waarde van werk. Het is een gesprek over de keuzes van een samenleving, over het belang van sociale cohesie, over de botsing van de ambtelijke werkelijkheid met de noden van werkgevers, werknemers en werkzoekenden. En bovenal over de manieren waarop al die elementen verbonden zijn.

Als directeur van Concern voor Werk volgde hij de ontwikkeling van de Participatiewet en de Banenafspraak op de voet. “Ik was er niet eens helemaal tegen in het begin, die wet. Het was ook iets nieuws en bood ook de kans met een andere benadering te gaan werken. Daar zijn we in Lelystad ook in geslaagd. Dat is positief.”

Een gedrocht
Toch noemt Vermooten de Participatiewet een gedrocht. En wel omdat de onderliggende structuren en de schotten tussen de diverse groepen mensen nooit zijn weggehaald. “Zou ik een succesvol element moeten noemen van de Participatiewet, dan kan ik alleen bedenken dat het ervoor heeft gezorgd dat ondernemers dichterbij het sociaal domein zijn gekomen. Want vergis je niet, ondernemers hebben van de Banenafspraak een succes gemaakt en deze wet zo nog enigszins gered.”

De gemeente Lelystad koos er bij de invoering van de Participatiewet voor om Werkbedrijf Lelystad op te richten en hierbij de sociale dienst op het thema werk op afstand te zetten en te voorzien van een helder omschreven budget en duidelijke uitstroomdoelstellingen. “Dat was wel een moedige stap van de gemeente. Wij zijn vervolgens Concern voor Werk tot een sociale onderneming gaan doorontwikkelen.”

Daarmee bedoelt Vermooten dat waar voorheen in de Sociale Werkvoorziening de ‘cliënt’ centraal stond, dat bij Concern voor Werk nu de klanten zijn. “Wij organiseren het werk er zo omheen dat onze mensen dat goed uit kunnen voeren. Dat kunnen ze ook. Over de hele linie. Mensen kunnen veel meer dan vaak gedacht wordt.”

Vermooten bij het Leerwerkdiner tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden 2022

Contact
De in Lelystad gekozen werkwijze binnen Werkbedrijf Lelystad vraagt investeringen in de relaties met de werkgevers en met de werkzoekenden of de mensen uit de bijstand. “We gaan niet pas bellen met werkgevers als we een kandidaat hebben. We willen de werkgevers kennen en weten wat voor soort vaardigheden ze nodig hebben. We willen weten hoe de sfeer is en wat voor mensen daar passen. Pas daarna gaan we over tot de matching.”

En de mensen uit de bijstand, hoe helpt Werkbedrijf Lelystad hen aan het werk? “Onze coaches hebben een veel kleinere workload dan vroeger. Maar we verwachten ook uitstroomresultaten van ze. In het gesprek dat we voeren met deze mensen zeggen we niet: ‘Je gaat morgen aan het werk, veel succes!’ We zeggen ook niet: ‘Wat zit je toch in een moeilijke situatie, we laten het maar even zo.’ Wat we wel vragen is: ‘Wat heb jij nodig om weer aan het werk te gaan.”

Begrip
En dat leidt tot een omzichtig gesponnen web van ondersteuningsmogelijkheden. Het sleutelwoord volgens Vermooten is daarbij ‘begrip´. “Niemand zit voor z’n lol in de bijstand, echt niet. Daar kunnen veel dingen een rol spelen. Mensen hebben een achtergrond, een context. Die moet je op z’n minst een beetje snappen als je ze naar werk wilt begeleiden.”

Maar er moet ook begrip zijn voor werkgevers, vervolgt Vermooten. De Participatiewet gaat volgens hem uit van de foutieve gedachte dat werkgevers alle problemen van mensen met een ondersteuningsbehoefte op kunnen vangen. “Dat is niet zo. Kan ik heel kort over zijn. En als we dat niet begrijpen, kunnen we ook de problemen aan die onderkant van de arbeidsmarkt niet oplossen. Want daar hebben we de werkgevers toch echt gewoon bij nodig.”

Morgen deel 2 van het afscheidsinterview met Onno Vermooten